Palmhöltje

Geschiedenis en achtergrond

Geschiedenis en achtergrond van het feest van Palmhöltje Historie Palmpasen is de zondag voor Pasen. Op die dag reed Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnen en werd hij binnengehaald door een enthousiaste menigte die met palmtakken zwaaide. In Katholieke kerken worden op die dag nog steeds palmtakken gezegend en uitgedeeld. Omdat er in Nederland geen palmen groeien, worden in plaats daarvan takken van buxusstruiken gebruikt. Palmhöltjes Oorspronkelijk werd het palmhöltje gemaakt van een uit de ligusterhaag gesneden tak. Nu neemt men meestal een houten stok van ongeveer 90 cm lang met een dwarslat. Deze wordt versierd met pinda’s, toffees of ander snoep. Bovenop prijkt een broodhaantje als teken van de nieuwe dag, volgens de Bijbel de haan die drie maal kraaide na de verloochening door Petrus. Betekenis palmhöltje Historisch / religieus gezien is een palmhöltje als volgt opgebouwd: De basis is een houten kruis van ongeveer 50 cm hoogte Kruis omwikkelen met wit crêpepapier (wit verwijst naar de Verrijzenis van Jezus);  op de plaatsen van de kruiswonden van Jezus propjes met rood papier plakken;  30 rozijnen aan een draad rijgen (verwijzen naar de 30 zilverlingen die Judas van de hogepriesters kreeg toen hij Jezus verried);  12 pinda’s aan een draad rijgen (12 apostelen) en beiden aan het kruis hangen;  een haantje van papier of brooddeeg bovenop het kruis verwijst naar de verloochening van Jezus door Petrus; van ijzerdraad een cirkel maken en dit met takjes groen omwikkelen als de doornenkroon / of de palmtakken waarmee Jezus op Palmzondag werd begroet in Jeruzalem

Hoe maak je een palmhöltje

Palmhöltje – volgens traditie of naar eigen inzicht Op de vraag hoe een “palmhöltje” er eigenlijk uit moet zijn is volgens het comité Kinderfeesten Tegelen geen eenduidig antwoord mogelijk. Traditioneel gezien zou men kunnen kiezen voor twee verschillende benaderingen. De eerste benadering is sterk ingebed in het Katholieke geloof en refereert zowel aan Jezus’ intocht in Jeruzalem als aan zijn kruisdood. Een palmhöltje in die traditie heeft de vorm van een kruis en hangt vol met symbolen uit de laatste week van Jezus’ leven. 30 rozijnen zijn de 30 zilverlingen waarmee Judas betaald werd voor het verraad van Jezus, 12 pinda’s symboliseren de twaalf apostelen, 2 mandarijnen voor de sponzen waarmee Jezus te drinken kreeg aan het kruis, eieren staan voor het nieuwe leven de verrijzenis, “palmtakken” herinneren aan de intocht in Jeruzalem, de broodhaan die refereert aan het verraad van Petrus en crêpepapier in drie kleuren: groen (kleur van de hoop en nieuw leven), wit (onschuld) en rood (bloed). Verder hangt aan dit “palmhöltje” het snoep dat de kinderen in hun “vastentrommeltje” bewaarden. De tweede benadering gaat door op de traditie van de meiboomviering. De basis vormt dan een uit een ligusterhaag gesneden tak met enkele zijtakken waarvan de schors verwijderd wordt. Ook hier vinden we bovenop een haantje, teken van waakzaamheid en begin van een nieuwe dag. De sinasappels of mandarijnen stellen de opgaande zon voor  en de eieren  symboliseren de vruchtbaarheid, de herleving van de natuur. Voor welke benadering men ook kiest het resultaat is hoe dan ook een kleurrijk geheel. Natuurlijk staat het iedereen vrij om af te wijken van de tradities en een geheel eigen “palmhöltje” te maken. Als de weergoden meewerken leidt dat op Palmzondag in elk geval tot een kleurrijke en vrolijke optocht.